Schiethouding in 10 stappen

1. DE STAND
- De tenen staan tegen een denkbeeldige lijn naar het richtpunt.
- De voeten staan aan weerszijden van de schietlijn.
- De voeten staan ongeveer schouderbreedte uit elkaar.
- Probeer ontspannen te staan.

2. HET PLAATSEN VAN DE TREKHAND
- De vingerpositie is zodanig, dat de pees wordt vastgehouden met de wijsvinger boven het nokje en de midden- en ringvinger onder het nokje.
- Haak de pees in, tussen het eerste en tweede kootje van de vingers. Zorg ervoor dat de pees diep gehaakt blijft.

4. HET STREKKEN VAN DE BOOGARM
- De boogarm wordt op schouderhoogte gebracht.
- De elleboog van de boogarm wordt van de pees weggedraaid.

3. HET PLAATSEN VAN DE BOOGHAND
- De druk van de boog wordt opgevangen naast de muis van de booghand op de hierboven aangegeven druklijn.
- Ontspan de vingers. De bovenkant van de booghand maakt een hoek van 45° met de boogas.
- De (toppen van) duim en wijsvinger mogen elkaar ontspannen raken.

5. HET TREKKEN
- We trekken de pees vlak langs de boogarm, in een rechte horizontale lijn naar het ankerpunt.
- Het trekken gebeurd met de rugspieren, hierbij bewegen de schouderbladen naar elkaar toe.
- Probeer ontspannen en rechtop te staan.
- Houdt beide schouders zo laag mogelijk.